Misschien heeft u op televisie ook die mooie reeks “Down the road” gevolgd? Het is die documentaire waarin twee begeleiders, Dieter en Greet, met zes mensen met het syndroom van Down op reis gaan doorheen zeven verschillende landen. Ik vind dat zelf een prachtige reeks, niet in het minst omdat ze een mooi, authentiek, humoristisch en bij momenten aangrijpend portret schetst van mannen en vrouwen met Downsyndroom. Maar wat me elke aflevering weer zo opvalt, is de houding van de twee begeleiders. Dieter en Greet zijn er honderd procent voor hun gasten. Je merkt echt dat ze niet zozeer bezig zijn met het draaien van een tv reeks, maar vooral met het zorgen voor hun medereizigers. Ze willen die gasten de tijd van hun leven bezorgen en offeren daar met de glimlach hun eigen tijd en comfort voor op. Het programma wordt zo ook een terechte hommage aan de talloze anonieme begeleiders in psychiatrische ziekenhuizen, verzorgingscentra en het buitengewoon onderwijs die dag in dag uit hetzelfde doen voor hun gasten. Via de mindervaliden-werking van Borgerstein en KV Mechelen mag ik een paar van deze mensen persoonlijk kennen.
Goeder herder “De goede herder geeft Zijn leven voor zijn schapen”, lezen we in het tiende hoofdstuk van het Johannesevangelie. Herderschap associëren wij gemakkelijk met mensen die een leiderschapsrol hebben in onze Kerk, een bedrijf of de samenleving. Terecht verwachten wij van deze mensen “goed leiderschap”. En al even terecht rekenen wij hen erop af wanneer we vinden dat dat leiderschap te wensen overlaat. We zijn er ook vaak als de kippen bij om de vinger op de wonde te leggen wanneer leiderschap ontbreekt of ontspoort: een bisschop zonder visie, een pastoor die niet kan samenwerken, een baas op het werk die mensen afblaft als ze een fout maken, een corrupte politicus. We kunnen ze van ver rieken en weten precies wat slecht leiderschap inhoudt. Maar weten we ook wat goed leiderschap betekent? Kennen en herkennen we de eigenschappen van een goede herder? Voor Jezus is het duidelijk: een goede leider is een dienende leider. Hij of zij is er in de eerste plaats niet voor zichzelf of voor een idee of ideaal, maar voor de mensen die aan zijn of haar leiderschap zijn toevertrouwd. Zo een herder loopt niet voorop, klopt zich niet op de borst. Zo een herder loopt achter zijn schapen, maakt zich onzichtbaar en zorgt ervoor dat er niemand verdwaalt. Hij is vertrouwd met zijn mensen. En zij vertrouwen hem. Of haar. “Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij”, zegt Jezus. En “kennen” in de Bijbel, dat staat gelijk aan “graag zien”. Servant Leadership
In de bedrijfskunde heet die leiderschapsstijl “dienend leiding geven”. De grondlegger is een Amerikaan, Robert Greenleaf. In de jaren zeventig schreef die het essay “Servant Leadership” - “dienstbaar leiderschap”.
Leiden als dienst aan de mensen aan wie je leiding geeft. Leiderschap en heiligheid Twee weken geleden verscheen de nieuwe apostolische exhortatie “Gaudete et Exsultate” van onze paus. Een pauselijke aanmaning waarin Franciscus er ons aan herinnert dat we evengoed in onze huidige wereld geroepen zijn tot heiligheid. “Heilig zijn is geen privilege van enkelingen. Door het doopsel ontvingen we allen de erfenis heilig te worden”, schrijft hij. Volgens hem kun je heiligheid niet kopen en niet wegschenken. Het is veeleer de weg van de navolging van Christus gaan, in relatie met Jezus leven. Je moet naar Hem kijken. “Hij leert ons heilig te worden.” Dat betekent volgens de paus ook een goede herder zijn in onze eigen omgeving, voor de mensen om ons heen. Een herder die de geur draagt van zijn schapen, schreef hij ooit. Een mooi beeld van dienend leiderschap. Daarvoor hoeven we geen bisschop, priester, diaken of bedrijfsleider te zijn. Jezus roept ons vandaag op tot leiderschap en dienstbaarheid in de relaties waar we elke dag in leven: als ouder of grootouder voor onze kinderen, als mantelzorger voor onze ouderen, als collega op ons werk. Kain Jezus nodigt ons uit op de vraag van Kain in het boek Genesis “ben ik misschien mijn broeders hoeder” voluit “ja” te antwoorden. Ja, ook wij zijn geroepen tot heiligheid. Ja, ook wij zijn geroepen goede herders te zijn.
U en ik. Voor elkaar.