Naar aanleiding van het overlijden van de Amerikaanse popster Prince in april 2016, zong Rob Allaert zijn lied “Reflection” als eerbetoon. Op basis van de songtekst (met een snuifje “Sometimes it snows in April”), schreef ik het volgende gebed:
Heer,
Twee mensen, tweemaal Godsgeschenk
Oneindig in de eindige tijd
Proberen we het moment te grijpen
En het glas van ons leven te vangen
Eer het valt
Verheft zonder gramschap Uw stem in ons hart
Laat de psalmist uw oude liefdeslied zingen
Dat het leven even stilvalt
En wij zelfs de schoonheid van de maan vergeten
In de stralen van Uw aanschijn
Dank God, voor altijd nieuwe kansen
Ja zelfs een nieuw lichaam na de dood
Gij, die ons weefde in de schoot van onze moeder,
Vangt ons op wanneer wij terugkeren naar U
Ook wanneer de oude lofzang eindigt
Zingt ons hart verder
Een nieuw geluid
Op de gitaar van ons leven.
Soms wou ik, Heer, dat het nooit zou ophouden.
Volgend gedicht schreef ik bij het overlijden van priester Rik Van Hauwe, stichter en bezieler van de Heilige Geestkapel te Rijmenam.
Rik
Zelden ontbreken mij de woorden
Maar bij jouw stilte, voelde ik mij klein
En dankbaar dat ik even mocht verpozen
En zonder spreken ook mezelf mocht zijn
Jouw broosheid was een tedere kracht
Tegen eenzaamheid en in verdriet
En niemand kon als jij getuigen:
‘T geknakte riet, dat breekt nog niet
Je stoel blijft leeg in jouw kapel
Een gemeenschap blijft verweesd
Maar dankzij jouw gegeven leven
In de adem van de Geest
In de vis gelogeerd
Met dank aan een goede vriend
Jona, soms wil ik met jou
Heel diep
Waar niemand me nog vindt
Als een kind in de schoot
Donker, warm, stil
Waar niemand me nog vindt
Maar er is geen terug
En de enige schoot die wacht is het graf
Waar niemand me nog vindt
Krijg met jou spijt, Jona
Tegen mijn zin de andere kant op
Waar niemand me nog vindt
Weet je wat, ik neem de boot
Naar een stad hier ver vandaan
Hoop dat Iemand me daar vindt