Ik geloof niet in iets maar in Iemand.
Maar die Iemand kennen, kan ik niet. Veel vaker ervaar ik de afwezigheid dan de aanwezigheid. Maar ik geloof dat vanuit beide ervaringen relatie mogelijk is.
Ik geloof dat de verhalen die wij al eeuwen meedragen over die timmermanszoon uit Nazareth ons gegeven zijn als spiegel en als wegwijzer onderweg naar een betere wereld, waar wij zelf verantwoordelijk voor zijn.
Ik geloof dat de verlossing die deze oude teksten ons aanbieden een bevrijding wil zijn van de illusie dat we onszelf kunnen uitredden of van het gevaar dat we ons onvermogen daartoe gebruiken als excuus om niet te proberen betere mensen te worden voor elkaar.
Ik geloof dat de afwezige en aanwezige Iemand zich ook af en toe laat herkennen in het mensenmaaksel dat wij Kerk noemen: het vehikel van ons vallen en opstaan, doorheen de geschiedenis, om meer gelijkvormig te worden met die Persoon die wij niet kennen kunnen - of tenminste te groeien in besef van hoe ver wij nog verwijderd zijn, van die Iemand en van elkaar.
Ik geloof dat, eens de dood ons omsluiten zal, alles helder zal worden. Maar als wij dan willen verrijzen, moeten we nu reeds opstaan.