top of page
  • Foto van schrijverKris Somers

Diaken: een oud ambt voor nieuwe wegen


Deze tekst verscheen op 14 juni 2017 als opiniestuk in de column "Te Gast" van Kerk & Leven. Alleen al in het Nederlandstalige deel van het aartsbisdom Mechelen-Brussel werden de voorbije vijf jaar 15 permanente diakens gewijd. Het diaconaat zit in de lift. Hoog tijd voor een verdere bezinning en, waarom niet, een uitgewerkte theologie over dit nog steeds onderbelichte ambt.

Geen wijdingsambt waar zoveel onduidelijkheid over bestaat, zowel binnen als buiten de Kerk, als het permanente diaconaat.

Dat de buitenwacht zich amper iets kan voorstellen bij die mannen met de diagonale stola valt nog te begrijpen. Zo leerde een toonaangevend dagblad dat een diaken “een soort volwassen misdienaar” zou zijn. Elders las ik dan weer dat het zou gaan om “surrogaat-priesters”. Pijnlijk.

Al even pijnlijk is dat ook binnen de Kerk allerminst klaarheid bestaat rond de identiteit van de permanente diaken. Voor sommigen blijft zijn taak inderdaad beperkt tot assistentie aan het altaar, terwijl anderen in hem de ideale gatenstopper zien voor een territoriale pastoraal die te kampen heeft met een priesteraantal in vrije val.

Zeker in tijden waarin het pastorale landschap in ijltempo hertekend wordt, dringt zich de vraag op welke rol de permanente diaken kan spelen in de Kerk van morgen.

Ik kan me er aan storen dat reflecties over die Kerk vaak geheel voorbij gaan aan het permanente diaconaat. Meestal kennen dat soort oefeningen een voorspelbaar patroon: men vertrekt vanuit een alarmerende statistiek over het aantal priesters. Vervolgens overweegt men een nieuwe invulling van het priesterschap, om tot slot uit te komen bij een takenlijst die gerust aan geëngageerde leken kan worden toevertrouwd. Vooral over dat laatste verschillen de meningen dan stellig, zeker wanneer het over liturgie en sacramenten gaat.

De extremen zijn gekend: sommigen zoeken heil voor het priesterambt in een heilige restkerk. Anderen zien liever leken achter het altaar. Heel soms verheft zich een derde stem die, het Evangelie in de hand, iedereen erop wijst dat we vooral samen Kerk moeten vormen. Maar zelden of nooit staat iemand stil bij roeping en zending van de permanente diaken als stukje van de puzzel.

Nochtans speelden dezelfde vragen die ons vandaag bezighouden ook al tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. Uit de teksten van toen blijkt dat het toen al voelbare priestertekort één van de redenen was om het diakenambt van onder het stof der eeuwen te halen. Dat gebeurde niet om een soort historische reconstructie te maken van wat ten tijde van de apostelen bestond, maar om een concreet antwoord te geven op de pastorale zorgen van de dag.

De concilievaders waagden zich niet aan een concrete taakomschrijving, maar legden wel de nadruk op de eigen insteek van het permanente diaconaat als (opnieuw) volwaardig deel van het drieledig ambt: diaken-priester-bisschop. Daarin speelde zeker de visie mee dat de Kerk als geheel geroepen was zich niet in zichzelf te keren, maar haar vensters te openen op de wereld. “Sacramentum mundi”, heette dat: “teken voor de wereld”. Het is geen toeval dat de diaken bij uitstek aandacht heeft voor de kleine, eenzame, zieke of arme mens. Precies in zijn nabijheid bij deze naasten, is hij teken van Gods liefdevolle aanwezigheid in de wereld. Het beeld van de voetwassing dringt zich spontaan op.

Teken zijn van God in en voor de wereld dus. De diaken doet dat niet als surrogaat-priester. Het Concilie stelt dat duidelijk: “niet voor het priesterschap, maar voor het dienstwerk” wordt de diaken geroepen en gezonden. De diakens zijn dus helpers van de bisschop in diens pastorale dienstwerk. Dat werk vindt plaats op de drie werven die de Kerk kenmerken: verkondiging, liturgie en diaconie.

En als we paus Franciscus mogen geloven, geven we aan dat werk in onze seculiere cultuur van vandaag best een stevige, missionaire dimensie. De diaken leeft, vaak als gehuwde man met kinderen, immers met beide voeten in het leven van de hedendaagse mens. Precies daar en daardoor is hij geroepen God bij mensen en mensen bij God te brengen. Niet alleen of in de eerste plaats door pastorale toekomstplannen uit te tekenen, hoe belangrijk die ook zijn, maar vooral door samen op weg te gaan met de mensen waar hij het leven mee deelt, als teken van Christus zelf die met mensen onderweg is. Nieuwe wegen banen.

Wat die wegen precies inhouden, ontdek je pas wanneer je ze bewandelt. Als Kerkgemeenschap staan we nog aan het begin van dit boeiende verhaal. Dat dit ambt openstaat voor echtgenoten en vaders, is alvast hoopgevend voor de toekomst en zonder meer een verrijking voor de Kerk.

160 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page